Achtervoegsel
In de traditionele naamgeving was de verscheidenheid aan achtervoegsels groot. Dat geldt vooral voor de meisjesnamen. Naast algemeen bekende uitgangen als -a, -ina, -tje en -ke vinden we bijvoorbeeld -chien, -dina, -kje en -igje. Ook de manier waarop deze achtervoegsels gebruikt werden, laat zien dat de creatieve mogelijkheden groot waren, vergelijk Aafkelina, Pieternelletje, Sievertdina, Woutria, Esterliena, Arenddina, Zwaannetta, Marianneke en Trijntien. Bij de jongensnamen was het achtervoegsel minder opvallend aanwezig, maar toch ook bepaald geen zeldzaamheid. Ter illustratie daarvan de volgende voorbeelden: Jentje, Sipke, Bartele, Wietse, Tjalling, Dingeman, Geuchien, Robin, Grieto, Freeks, Wilhelmus, Helenius en Jasperinus.
In de moderne naamgeving vinden we daar niet veel meer van terug. Meisjesnamen met een inheemse verkleiningsuitgang (-je, -ke, igje, -chien) en namen op -dina worden vaak als ouderwets ervaren. De tijd van de Hendrikjes en Berendina's is voorbij. Toch lenen sommige achtervoegsels zich nog wel voor moderne variatie. Zo zijn er nieuwe namen te construeren met -ina of -ine/-ien (Sharina uit Sharon; Esmina uit Esmée; Kelline uit Kelly; Tessien uit Tessa). Ook andere recentelijk ontleende namen kunnen met hulp van bijvoorbeeld -tje en -ke gebruikt worden voor nieuwvorming: Jorreke (uit Jordi), Luukje (van Luuk), Ramonneke (van Ramon). De uitgang -ie/-y doet bij sommige namen gedateerd aan (Corrie, Beppie), maar omdat hij ook voorkomt in moderne namen, zoals Mandy en Wendy, kan deze uitgang nog steeds voor nieuwe namen gebruikt worden: Nouki (uit Anouk), Tirzy (van Tirza), Ilonie (van Ilona).
Creativiteit met achtervoegsels ligt bij jongensnamen minder voor de hand. Toch is er wel het een en ander te melden over dit thema. Zo worden namen met het achtervoegsel -us (Wilhelmus, Adrianus) zelden als roepnaam gebruikt; uitzonderingen zijn er wel, zoals Bertus en Tinus. Verkleinvormen van jongensnamen komen heel weinig voor, behalve in het noorden van het land, daar zijn ze niet ongewoon - denk aan Rintje Ritsma. Andere voorbeelden van Friese jongensnamen met een verkleiningsuitgang zijn Auke, Hielke, Sipke, Eeltje en Luitje (sommige komen ook als meisjesnaam voor). In het noorden, vooral Groningen, komen we namen op -o tegen (Wubbo, Onno, Benno). In namen als Marco en Ricardo gaat het om een andere -o, want deze namen zijn van Italiaanse herkomst. De uitgang -ie/-y komt bij meisjes- en jongensnamen voor, voorbeelden bij de jongens zijn Davy, Berti, Tommie en Danny.
Variatiemogelijkheden bij voornamen
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut